Volgen en vissen
Vrijdagavond 18 oktober was voor de gemeente Nechama in Nof haGalil een gedenkwaardige avond. Tijdens het Loofhuttenfeest mocht de nog jonge gemeente voor het eerst haar eigen lokale predikant ontvangen. Het was een blijde gebeurtenis, waarin de trouw van de Heere opgemerkt werd. De bevestigings- en intrededienst van ds. Ari Ben Dayan vond plaats in het kerkgebouw van de Christian Brethren in Nazareth.
Ds. M.L. Dekker, predikant van de gemeente, bevestigde zijn opvolger Ari Ben Dayan met de woorden uit Mattheüs 4: 19: ‘En Hij zeide tot hen: Volgt Mij na, en Ik zal u vissers der mensen maken’. Ds. Dekker stond stil bij twee punten: 1. Volgen, 2. Vissen. De Heere riep Simon Petrus en Andreas terwijl ze aan het werk waren. Terstond verlieten ze de netten. Het volgen van Christus betekent Hem als dienaar onvoorwaardelijk te volgen, met de bede om Christus’ barmhartigheid en bewogenheid naar de mensen toe ook zelf te mogen beoefenen. Dit kan niet zonder een innig gebedsleven. Ook hierin is de Heere Jezus ons tot voorbeeld.
Ds. Dekker benadrukte Gods voorzienigheid in het leven van Zijn knechten. Zoals de Heere Simon Petrus en Andreas bij het Meer van Galilea zag, zo zag Hij Ari in Peru, aan de rand van het Amazonegebied. Hij zag hem ook in Jeruzalem en later in Afula, waar Ari in contact kwam met ouderling Hilton en zo bij de gemeente Nechama terechtkwam. Hij werd diaken en dit jaar ouderling. En nu predikant.
Als we gaan vissen en het net steeds weer uitwerpen, komen we erachter dat het vissen niet vanzelf gaat. Het kost moeite, je krijgt te maken met teleurstellingen. Maar het geheim en de troost van het vissen liggen in deze woorden van de grote Visser der mensen: ‘Ik zal!’ Hij staat voor Zijn eigen werk in. Hij zal Zijn gemeente bouwen. Als je zo in deze wetenschap in alle afhankelijkheid mag vissen, dan zal de Heere Zijn Woord zegenen.
Verder sprak ds. Dekker de gemeente en de kerkenraad aan. Hij wees ze op hun verantwoordelijkheid, waarbij het gebed voor hun nieuwe dominee het belangrijkste is.
Na het lezen van het formulier en het beantwoorden van de vragen knielde Ben DayanAri neer onder het zingen van Psalm 123: ‘Hineh k’Einei Avadim’ (Zie, gelijk de ogen der knechten zijn op de hand hunner heren).
Alle aanwezige ambtsdragers uit verschillende gemeenten kwamen om hem heen staan. Aan de handoplegging namen deel: ds. Zadok uit Gedera (Jeremia 3:14-15), ds. Jameson uit Holon (Psalm 121:7-8), voorganger Knoester uit Dimona (Hebr. 13:20-21) en de ouderlingen Ben Simon (2 Tim. 2:15) en Fawakhri (2 Kor. 12:9a) uit de gemeente Nechama.
Verschillende voorgangers uit het land droegen daarna de nieuwe predikant aan de Heere op. Hierop uitte de gemeente hun dankbaarheid met het zingen van Barchi Nafshi, Psalm 103:1-4 (onberijmd).
Ds. Ben Dayan verbond zich aan de gemeente met 2 Korinthe 4:5: ‘Want wij prediken niet onszelven, maar Christus Jezus, den Heere; en onszelven, dat wij uw dienaars zijn om Jezus’ wil.’
‘Paulus stelt zichzelf niet in het middelpunt, maar Christus Jezus, de Heere. Al Gods kinderen leren te sterven aan het eigen ik. Als de Heere Zijn dienstknechten roept, dan worden ze bepaald bij hun vele gebreken en zwakheden. Wij zijn niet meer dan slaven, maar wat een wonder is het om als een slaaf te mogen dienen in Gods Koninkrijk en Christus te prediken. Dat is alleen mogelijk door de genade van Christus’, zo zei ds. Ben Dayan.
Daarna werd de predikant hartelijk toegesproken door ds. Zadok namens de Israëli Reformed Fellowship en ouderling Fawakhri namens de gemeente Nechama. Van het Deputaatschap voor Israël werd een brief voorgelezen, aangezien zij vanwege de oorlog niet ter plaatse aanwezig konden zijn.
De jongeren uit de gemeente Nechama zongen eerst hun nieuwe dominee toe, waarna de gemeente volgde met de zegenbede uit Romeinen 1:7b, ‘Chesed lachem ve shalom.’ Vervolgens legde ds. Ben Dayan voor het eerst de Aäronitische zegen op de gemeente.
We mochten de trouwe zorg en bewarende hand van de Heere ervaren in deze moeilijke oorlogstijd. Het was opmerkelijk dat er tijdens deze avond geen luchtalarm klonk.
Na de dienst volgde een overvloedige oosterse maaltijd. Het was op deze vrijdag tastbaar: ‘Ziet, hoe goed en hoe liefelijk is het, dat broeders ook samenwonen!’
Ds. M.L. Dekker