Voordeel uit het leed?
Openingsvraag: Kan Hamas Israël uitdrijven tot de Heere?
De gruwelijke aanslagen in Israël beheersen sinds vorige week zaterdag het nieuws. Het zijn verhalen en beelden die we niet van ons af kunnen zetten. Toch moeten ze gedeeld worden, want het is de harde werkelijkheid. Het is onbegrijpelijk dat er door sommigen begrip gevraagd wordt voor de terroristen die dit op hun geweten hebben. Hier kun je geen begrip voor opbrengen. Het is gewetenloos als een mens tot zulke daden komt. Natuurlijk raakt ons ook het leed van de Palestijnse bevolking in Gaza. Ook deze beelden en verhalen zijn hartverscheurend. Hoe kan er voordeel zijn uit dit leed? Het is aan beide zijden verschrikkelijk.
Ik moet in deze dagen veel denken aan Gods weg met Israël. Heel vaak heeft God in de geschiedenis van Israël vijanden gebruikt om Zijn volk weer bij Hem terug te brengen. Hij liet hen verdrukken, maar juist tot hun behoud. Denk aan de tijd van Israël in Egypte. Het was barbaars wat Farao het volk van Israël aandeed. Maar hun geroep kwam tot God en Hij voerde hen uit de gevangenis. Denk aan de tijd van de Richteren. Het is een weerkerend refrein in het boek Richteren: „Israël verliet de Heere. Hij gaf hun over in de hand van de vijanden. Het volk keerde weder tot God en Hij gaf hun een verlosser.” Denk aan de Babylonische ballingschap. Israël was dikwijls gewaarschuwd, maar bekeerde zich niet. De Heere liet hen wegvoeren door de Babyloniërs. De wreedheden waren huiveringwekkend. Maar een overblijfsel verootmoedigde zich voor God en Hij neigde het hart van de Perzische koning Kores om Israël vrijheid te geven.
Nog altijd heeft het Joodse volk een bijzondere plaats. God heeft Zijn volk niet verstoten en dat wensen wij ook niet te doen. De apostel Paulus noemt hen „de beminden om der vaderen wil” (Rom. 11:28). Maar hebben velen God en Zijn wet niet verstoten? Was het vredesfestival waar de gruwelen zich hebben voltrokken tot Gods eer? Zijn de tienduizenden abortussen die jaarlijks worden uitgevoerd naar Gods wet? Helaas is er ook in Israël zoveel dat met de Thora niet te rijmen is. En wij zijn ook niet op onze plaats. Het Joodse volk en ook wij worden in de Schrift gewaarschuwd dat het loslaten van God tot ellende leidt. De Heere Jezus stelde in Johannes 8 Abraham tot een voorbeeld aan Abrahams kinderen: „Indien gij Abrahams kinderen waart, zoudt gij de werken Abrahams doen.” Kenmerkend voor Abraham was dat hij met verheuging uitgezien heeft naar de komst van Jezus (Johannes 8:56). Hoe is het daarmee gesteld?
Geeft dit aan welke terrorist dan ook het recht om gruweldaden te doen? Absoluut niet. Zo heeft Hitler de bloedtekst (Matthéüs 27:25) op gruwelijke wijze misbruikt. Wij zijn niet geroepen Gods oordelen te volvoeren. Terrorisme dient met alle kracht bestreden te worden. Terecht grijpt Israël nu in. Maar toch gebeuren dergelijke zaken onder Gods toelating. Het zou tot de Heere uit kunnen drijven en wederbrengen. Dat bedoelt de vijand niet, maar daar heeft de vijand wel vaak voor gezorgd. En de geschiedenis leert dat God Zijn volk dan nooit laat staan. Dan mag de vijand wel vrezen. Dan verschijnt „de God der wraken” blinkende en zal Hij de vijand verdelgen (Psalm 94).
Onder Gods toelating kan de vijand soms ver gaan, maar deze krijgt wel de rekening gepresenteerd. Wat is er van Farao overgebleven? Hij is met zijn ruiters verdronken in de Rode Zee. Wat is van de macht van Babel overgebleven? U kunt het nalezen in Daniël 5. Waar is de macht van de Romeinen die in 70 na Christus niets en niemand ontzagen? Het rijk is volledig ten onder gegaan. Wie Gods volk aanraakt, raakt Zijn oogappel aan.
De vraag is dus belangrijk: ‘aar brengt ons dit? „Welzalig is de man, o HEER; Die door Uw tucht en hemelleer; Het nut der onderdrukking weet; En voordeel trekt zelfs uit het leed” (Psalm 94:6). Hamas zal de vervulling van Romeinen 9-11 niet kunnen verhinderen. Eerder zal de vijand meewerken aan de vervulling daarvan! Dan kan er ook voor Palestijnen nog uitkomst zijn in deze zwarte nacht. In de weg van waarachtige bekering worden vijanden broeders.
Ds. A. Schot