Nieuwsbrief oktober ds. D. ZadokĀ
Beste vrienden,
Zoals jullie hebben gehoord en gezien, zaterdag 7 oktober, de dag in onze Joodse kalender die beschouwd wordt als Simchat Torah, veranderd in een vreugdeloze en treurige dag.
Onze president verklaarde dat er sinds de Holocaust er geen dag was geweest waarop zoveel Joden in Ć©Ć©n keer werden gedood. Maar het misselijkmakende feit was niet alleen het ongelooflijke aantal van 1300 die werden vermoord, maar ook de barbaarse manier waarop ze werden afgeslacht.
Kinderen, vrouwen, mannen en ouderen werden vaak levend verbrand.
Ouders die hun kinderen beschermden werden doodgeschoten, kinderen werden vermoord en verbrand voordat hun families werden doodgeschoten. Anderen werden als beesten naar de Gazastrook gesleept.
In tegenstelling tot de nazi’s, die hun misdaden probeerden te verbergen, streamden Hamas-terroristen hun moorddadige daden en plaatsten ze op sociale media.
Huizen werden in brand gestoken terwijl de families nog binnen waren en de lichamen werden onthoofd. Zelfs na zeven dagen zijn sommige lichamen nog niet geĆÆdentificeerd.
(ā¦)
We kennen de verdorvenheid van de mens.
De Hamas-terroristen hebben ons, net als de nazi’s, de diepte ervan laten zien. En daarbij hebben we de volledige zekerheid van de totale soevereiniteit van God. Er is geen centimeter in ons universum waar de Heere niet de baas is. De haren van ons hoofd zijn geteld en daarom weten we dat niets dat gebeurt, zelfs de meest tragische gebeurtenissen, een vergissing is. God heeft een doel, hoewel we dat vaak niet zien, zelfs niet achteraf, en vaak helemaal niet. We moeten misschien wachten tot de hemel om erachter te komen.
Maar te midden van alle pijn, tranen, begrafenissen en de verwoestingen om ons heen in het zuiden van ons land, zien we de grootsheid van ons volk.
Naast de 350.000 mannen en vrouwen die zijn opgeroepen voor de oorlog, helpt iedereen mee aan de oorlogsinspanningen.
Ziekenhuizen die zo’n 3.500 gewonden hebben behandeld, zitten vol met vrijwilligers die eten en koffie brengen voor de gezinnen.
Restaurants koken maaltijden en leveren deze aan centra voor de velen mensen die uit de
zuidelijke steden geƫvacueerd zijn.
Scholen (die gesloten zijn) worden gebruikt als logistieke punten voor de voorbereiding van verzorgingspakketten. Mensen brengen voorraden vanuit hun huizen, kopen boodschappen en rijden ze overal naartoe waar ze nodig zijn.
Dit is niet de reactie die onze vijanden dachten te zien. Ze dachten dat we verdeeld waren, en net voor deze oorlog waren we verdeeld met een diepe scheuring. Ze dachten dat we zwak waren en dat ze ons konden breken.
Maar door de genade van God en Zijn beloften en verbond, staan we sterk. Gebroken en vol tranen,
maar toch gemobiliseerd en verenigd. De Drie-enige God zal niet toestaan dat Zijn oogappel vernietigd wordt.
Hij heeft plannen met ons om ons een toekomst en hoop te geven, zodat we een licht zijn voor de naties.
Onze kerk heeft zich ook georganiseerd om te helpen bij de oorlogsinspanningen.
We hebben bijna 30 mannen en vrouwen die in actieve dienst of reserve zijn.
Veel gemeenteleden helpen mee met het bezorgen van voedselpakketten aan evacuƩs en anderen in nood.
Sommigen werken als vrijwilliger in ziekenhuizen.
We hebben van onze bestelwagen een vrachtwagen gemaakt door de stoelen eruit te halen
zodat we meer pakketten en voorraden kunnen vervoeren.
Er is al zo’n 25.000 euro uitgedeeld, ook aan een aantal eenheden die basisbenodigdheden nodig hebben.
Sinds het begin van de oorlog hebben velen van jullie ons briefjes, e-mails gestuurd en hebben ons gebeld om jullie solidariteit met ons te tonen.
Dank voor al de gebeden en jullie bezorgdheid verwarmt ons hart.
Het geeft ons moed om te blijven doen waartoe we geroepen zijn, om de liefde van Christus in Woord en daad aan onze mensen te tonen.
Het is een voorrecht en eer om deel uit te maken van het lichaam van Christus.
Ds. D. Zadok