Het leven in Oekraïne gaat door, maar de nood is groot
Begin 2020 werd een gepland bezoek aan Zhitomir door een delegatie van het Deputaatschap voor Israël afgelast in verband met de uitbraak van de Covidpandemie. Toen begin 2022 de ziekte goeddeels verdwenen was, brak op 24 februari een oorlog uit op het moment dat Rusland Oekraïne binnenviel. Opnieuw was het lange tijd niet mogelijk om naar het land te reizen. Het was dan ook bijzonder verheugend dat eind maart dit jaar een delegatie Zhitomir en de Joods-christelijke gemeente Beit Emet (Huis van de waarheid) weer kon bezoeken. De deputaten J. Seip en L. Joosse en algemeen secretaris J.J. de Jong werden door noodhulpmedewerker A. Kortleven in Warschau opgehaald. Daar waren zij naartoe gevlogen om vervolgens met de auto verder te reizen. Vliegen boven Oekraïne is niet mogelijk.
Kortleven is recent met zijn gezin teruggekeerd naar Oekraïne, nadat zij in 2022 naar Nederland gevlucht waren. Hij verleent onschatbare diensten, onder andere voor het noodfonds Oekraïne. Hij woont sinds 2008 in het land, spreekt de taal vloeiend en kent de cultuur en gewoonten.
Gaarkeukens
Het was een hartelijk weerzien met pastor Arcadiy Margulis en de andere medewerkers van House of Bread. Deze liefdadigheidsstichting is verbonden met de gemeente Beit Emet in Zhitomir.
Vanuit House of Bread worden verschillende gaarkeukens, verspreid over de provincie maar ook elders in het land, aangestuurd. Het Deputaatschap voor Israël ondersteunt samen met het Deputaatschap voor Bijzondere Noden de gaarkeukens in Berdichev en Zhitomir. Dagelijks worden daar 250 maaltijden verstrekt. Dat werk kan ondanks de oorlog doorgaan. De producten voor de maaltijden zijn in het land zelf verkrijgbaar. Wel zijn de prijzen het afgelopen jaar fors gestegen, soms wel met 20 procent. Dat was de reden waarom de bijdrage vanuit beide genoemde deputaatschappen navenant toegenomen is.
Behalve aan vaste bezoekers worden ook maaltijden verstrekt aan vluchtelingen uit het oosten. Hiervoor is vanuit het noodfonds extra geld beschikbaar gesteld.
De gaarkeuken in Berdichev werd bezocht. Sinds Covid eten de mensen niet meer in de zaal, maar nemen ze de maaltijd mee naar huis. Degenen die niet meer in staat zijn om het eten op te halen, krijgen het thuisbezorgd. In totaal worden in deze stad 100 maaltijden per dag verzorgd.
Noodhulp
In de afgelopen twee jaar is veel noodhulp verleend in verband met de oorlog. De Deputaatschappen voor Israël en voor Bijzondere Noden hebben samen het noodfonds opgezet en uitgevoerd, samen met de stichting SOEGG. In totaal kwam er hiervoor 4 miljoen euro binnen, waarvan op dit moment ruim 3 miljoen is besteed.
In het ziekenhuis van Berdichev bezochten we de afdeling chirurgie. Het hoofd van de afdeling toonde ons een operatiekamer die geheel met apparatuur uit Nederland was ingericht; operatietafels en -lampen, laparascopie-opstellingen enzovoorts. Dit materiaal wordt door de SOEGG ontvangen van Nederlandse ziekenhuizen of tweedehands gekocht. Op deze wijze kunnen artsen operaties uitvoeren die voorheen niet mogelijk waren. Ook kunnen veel gewonde soldaten behandeld worden. Veel ziekenhuizen in de hele provincie (Oblast) Zhitomir profiteren hiervan, maar ook ziekenhuizen in andere delen van het land.
De waardering voor deze hulp is groot. Dat bleek wel toen de gouverneur van de provincie oorkondes kwam brengen voor onze delegatie. Hij vertelde dat men berekend heeft dat 80procent van de buitenlandse noodhulp voor de provincie afkomstig is uit Nederland. Daaraan dragen veel stichtingen en particulieren bij, net als ons noodfonds.
Aangrijpend was het om de zwaar getroffen voorsteden van Kyiv te bezoeken die in de eerste maanden van de oorlog door Russen bezet werden. Door het verzet in Irpin, Boesja en Dorobianca kon het Russische leger Kyiv niet binnentrekken. De prijs hiervoor in mensenlevens en de materiële schade is echter groot. Deze schokkende gebeurtenissen liggen alweer twee jaar achter ons. In de genoemde steden wordt inmiddels hard gewerkt aan de wederopbouw. Ook daar zijn vrijwilligers uit Nederland bij betrokken.
De nood blijft groot
Oekraïne is nog steeds in oorlog. Daaraan herinnert het luchtalarm dat regelmatig afgaat. Ook tijdens ons bezoek hebben wij dat midden in de nacht meegemaakt. Daaraan herinneren de vele foto’s van gesneuvelde soldaten die op alle pleinen te zien zijn. Daaraan herinneren ook de vele verwoeste huizen en bedrijven.
Daarom blijft hulp broodnodig. Niet alleen nu, maar ook in toekomst, als deze oorlog voorbij is en de verdere wederopbouw nodig is. De Heere geve ons gebed voor land en volk en Hij geve vrede. Hij zegene ook de Bijbelse lectuur die met de noodhulp mee verspreid wordt. Opdat het een middel mag zijn waardoor de lijdende bevolking van Oekraïne gaat zoeken naar Hem door Wie alleen vrede met God te verkrijgen is. Dat alleen is de enige troost beide in leven en sterven.
V.l.n.r. plaatsvervangend gouverneur Viktor Gradivskyi, J. Seip (deputaat en voorzitter SOEGG), L. Joosse (deputaat), gouverneur Vitaly Bunechko, ds. Arkadiy Margulis, J.J. de Jong (algemeen secretaris deputaatschap en bestuurslid SOEGG), A. Kortleven, werkzaam voor het noodfonds, en de secretaresse van de gouverneur.
Beeld: Boris Teleshmann