„…opdat Uw Naam verheerlijkt worde!”

Dat waren de laatste woorden in het gebed van ouderling Zenya Sirotsky voordat hij het „amen” uitsprak. We konden daar van harte mee instemmen en waren verblijd dit gebed te horen uit de mond van één van de broeders in Zhitomir. Er waren immers wel andere tijden in zijn leven geweest. Toen de Heere hem te sterk werd, heeft het echter een zware innerlijke strijd gegeven om het eens te worden met de totale verdorvenheid van de mens en het eenzijdige van Gods werk.

Dit gebed werd uitsproken aan het begin van het seminar dat we op woensdag 21 oktober 2020 mochten hebben. In februari vorig jaar konden we nog juist voor de lockdown een reis naar de Oekraïne ondernemen, de reis in juni kon helaas door de vele beperkingen niet meer plaatsvinden. Onder dank aan de medewerkers van het Bureau voor Kerkelijke Dienstverlening is er in de tussentijd gewerkt aan een prima technische oplossing, zodat we via een videoverbinding het gebruikelijke seminar in oktober konden houden.

Middellijke weg

Het hele jaar rond volgt een viertal studenten uit Zhitomir en omgeving de vijfjarige opleiding systematische theologie. Internet is daarbij een onmisbaar hulpmiddel, waardoor de complete lesstof gedoseerd ter beschikking wordt gesteld en de resultaten worden beoordeeld.

Zo worden de studenten in de middellijke weg toegerust om voor te gaan in de Messiasbelijdende gemeenten. Het uitzien van het deputaatschap is dat op deze wijze de gereformeerde leer hun leer en leven vormt en ingang vindt in de gemeenten.

De laatste maanden bestudeerden de cursisten een deel van de Institutie en werken van Watson. De rode draad in de lesstof zijn de vijf punten van het calvinisme: totale verdorvenheid, onvoorwaardelijke verkiezing, beperkte verzoening, onweerstaanbare genade en de volharding der heiligen.

Hoogtepunten

Het zijn voor de docenten en schrijver dezes steeds opnieuw hoogtepunten waar we naar uitzien. Hoe maken ze het? Het is voor de Oekraïners en zoveel anderen in het Oostblok, zoals in Moldavië, een dubbel moeilijke tijd. Hoe is het met hun gezinnen? Hoe is het met de gemeenten? Wat hebben de studenten opgestoken van de lesstof? Mag er opgemerkt worden dat het gestrooide zaad gevallen is in een toebereide aarde?

Zo was het ook woensdag 21 oktober, toen de docenten ds. A. Schot en ds. M.H. Schot en in Woerden in afwachting waren van het digitale contact met Zhitomir. Ik mocht erbij zijn als coördinator.

Het weerzien was hartelijk en vertrouwd. Zoals gezegd, opende ouderling Sirotsky de dag met gebed. Door middel van een tolk viel er uitstekend met elkaar te communiceren. Enkele weken voor het seminar verscheen van de hand van ds. A. Schot de Orde des heils in de Russische taal, gedrukt in Odessa (Oekraïne). We hopen dat deze uitgave zijn weg zal vinden. De studenten konden er in elk geval kennis van nemen.

Gulden keten

Het lag dan ook voor de hand bij het vak dogmatiek dit leerzame boekje te behandelen. De zogenaamde gouden keten uit Romeinen 8 wordt daarin uitgewerkt. De nadruk viel daarbij op twee zaken: de leer zelf en ook de troost uit die leer. Nodig te weten!

Nieuwsgierig wordt afgetast hoe de voor ons zo bekende(?) zaken door de studenten worden opgenomen. Hoe reageren ze? Omarmen ze deze leer, die naar de godzaligheid is, van harte? Gelukkig zijn wij geen hartenkenners, maar we merken wel dat er opmerkelijke vragen worden gesteld of antwoorden worden gegeven. Op de achtergrond, uit beeld, horen we de stem van ouderling Sirotsky. Zelf was hij eerder ook student. Nu heeft hij deze nieuwe groep onder zijn hoede, en dat merken we soms aan de reacties. Dat geeft moed om, ondanks de vele beperkingen in deze tijd, voort te gaan, want als het Gods werk is, dan zal het stand houden en zorgt Hij voor de wasdom.

Afgesneden van Adam

Gedurende de middagsessie behandelde ds. M.H. Schot de eerste tafel van de Wet des Heeren aan de hand van De Tien Geboden (Watson), als onderdeel van de praktische vakken. De plaats van de Wet des Heeren ten opzichte van werk- en genadeverbond vraagt van de studenten intensieve aandacht. „Toen sprak God al deze woorden: opmerkelijk!,” zo begint ds. Schot. „God spreekt zelden direct tot mensen. Daarom is het uitermate belangrijk wat Hij gaat zeggen. Elk woord dienen we te wegen. Hij spreekt hier in de eerste plaats niet als Schepper, maar als Verlosser!”

De noodzaak van het persoonlijke zijn in het genadeverbond loopt als een rode draad door de les van deze middag. Dan is het noodzakelijk om het onderscheid tussen werk- en genadeverbond helder te weten. Op de concrete vraag aan de studenten hoe dat toe zal gaan, horen we: „Dan moet een mens afgesneden worden van Adam en ingeplant in Christus.” Hoe verblijdend is het voor ons deze zaken te horen!

Aan het einde van een intensieve dag blijft de vraag over of de Heere Zelf dit beetje geitenhaar heiligen en gebruiken wil. We bevelen dit werk van harte aan in uw gebeden, opdat het gezegend worde onder de beminden om der vaderen wil, „…opdat Zijn Naam verheerlijkt worde!”

M. de Geus, coördinator Reformed Theological Seminary